Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij zal op de goddelozen regenen [11]strikken, [12]vuur en zwavel; en een geweldige stormwind zal het [13]deel huns bekers zijn. 11. Dit betekent onverwachte, strenge en onvermijdelijk oordelen Gods. Zie Job 18:9,10, en Job 22:10; Jes.8:14, en Jes.24:17,18. 12. Als Sodom, Gomorra, enz. overkwam, Gen.19: en Gog bedreigd wordt, Ezech.38:22; zijnde helse vuur, Jud.: Openb.20:10. 13. Dat is, hun bescheiden of toegelegd deel. Verg. Joh.20:29, Zie de aantekening bij Joh.20:29; een manier van spreken, genoemen ven de hiusvaders, die elken huisgenoot zijn drank toedeelden en inschonken, naar de wijze der ouden. Hier wordt het verstaan van der goddelozen straf; alsook Openb.14:10, en elders, van het kruis der kerk, hfdst.73 vs.10, en in het algemeen van het lijden der vromen en goddelozen. hfdst.75 vs.9; maar anders hfdst.16 vs.5, en hfdst.23 vs.5. Zie ook Job 21:20.